Een nieuw geluid in Parijs
Het moet een bijzondere ervaring zijn geweest in het Parijs van omstreeks 1200. Waarschijnlijk voor het eerst hoorden de kerkgangers een vierstemmige compositie in de nieuwe, nog in aanbouw zijnde Notre Dame van Parijs. Op deze wijze werd met de bouw van de nieuwe kathedraal tevens een nieuwe impuls gegeven aan het kerkelijk muzikale leven. Hoewel de nieuwe Notre Dame nog volop in aanbouw was, was het altaar al gewijd en konden er missen worden gehouden. De bisschop van Parijs, Odo de Sully, had voor Kerstmis 1199 een decreet uitgevaardigd dat het graduale (gregoriaans gezang) van de mis voor het feest van de Heilige Stefanus op tweede kerstdag vierstemmig mocht worden gezongen. Het graduale voor deze dag was: ‘Sederunt principes’. Deze compositie, een zogenaamd vierstemmig melismatisch organum, wordt toegeschreven aan Perotinus, een kanunnik en hoogwaardigheidsbekleder die waarschijnlijk verbonden was aan de Notre Dame en onder andere belast met taken rond de liturgie.Het was, zoals gezegd, waarschijnlijk de eerste keer dat ‘Sederunt’ werd gezongen; in deze tijd brachten de vierstemmigheid en de lengte van de muziek een heel nieuw geluid met zich mee.
Het ‘Sederunt principes’ is een compositie waarin afwisselend het koor eenstemmig en de solopartij meerstemmig zingen. Het gregoriaans werd in deze tijd als heilig gezien; aan de tekst mocht niets worden veranderd, wel mocht iets worden toegevoegd. Tot nu zong de eerste stem, de tenor, de oorspronkelijke gregoriaanse melodie, waarbij de andere (één of twee) stemmen improviseerden. In deze compositie komen er echter drie stemmen bij. En wordt de tenorpartij gekenmerkt door langgerekte tonen waarop de tekst, beginnend met ‘Sederunt principes…’ gezongen wordt. Bij het luisteren naar de compositie kan deze lage ‘dragende’ toon goed worden onderscheiden. De drie toegevoegde stemmen zingen de melodie op een geheel andere wijze: zij zingen dezelfde tekst maar dan met lange melodieën op één lettergreep (melismen). Na het meerstemmige ‘Sederunt…’ waarmee de compositie begint, volgt een eenstemmige koorpassage: ‘…principes et adversum me loquebantur; et iniqui persecuti sunt me’. De tekst van het vers wordt vervolgens weer meerstemmig gezongen met de langgerekte melodie van de tenor en daarboven de melismen van de andere stemmen. ‘Adiuva me, domine, deus meus, salvum me fac propter misericordiam….’ Na een kort eenstemmig ‘…tuam..’ en een verkorte herhaling van het meerstemmige ‘Sederunt’ sluit het koor eenstemmig af met ‘…principes et adversum me loquebantur; et iniqui persecuti sunt me…’
Kenmerkend voor deze compositie is de enorme schaalvergroting ten opzichte van vroegere werken, zowel in het aantal stemmen als in de lengte van de compositie. De tenor heeft vele minuten nodig om het ‘Sederunt’ af te kunnen ronden. Ook de ritmische patronen van de bovenstemmen zijn een opvallend kenmerk. In deze tijd was er nog geen sprake van een geschreven overdracht van muziek, maar vond deze mondeling plaats en waren afspraken over de uitvoering noodzakelijk. De zangers mochten ‘improviseren’, maar dit gebeurde wel volgens vaste regels. Deze bovenstemmen waren weliswaar vrijer dan de tenor, maar gebonden aan een (geïmproviseerd) ritme. Zij worden als het ware bijeengehouden door een driedelige ritmische orde, waarbij de stemmen elkaar regelmatig, zowel in toonhoogte als in ritme, imiteren en kruisen. Op verschillende plaatsen in de solopassages is te horen hoe een bepaalde passage in één van de drie bovenstemmen enkele maten later wordt herhaald door een andere stem. Ook kruisen deze stemmen elkaar: dat wat in één van de stemmen wordt gezongen, wordt een paar maten later in een andere stem gezongen en omgekeerd. Uit deze techniek van ‘Stimmtausch’ en imitatie is uiteindelijk de later bekende canon ontstaan. De toonomvang, van de laagste tot de hoogst gezongen toon, is betrekkelijk gering; de stemmen liggen dicht bij elkaar, hetgeen kenmerkend was voor het gregoriaans.
Perotinus was een vernieuwer en heeft met deze compositie een nieuwe periode in de muziekgeschiedenis ingeluid.
Tekst Sederunt
Sederunt principes et adversum me
De vorsten zetelden en spraken
loquebantur; et iniqui persecuti sunt me.
tegen mij; en onrechtvaardigen
hebben mij vervolgd.
.[Vers] Adiuva me, domine, deus meus, Help mij, heer, mijn God,
salvum me fac propter misericordiam red mij uit uw medelijden.
tuam.
Sederunt principes ….. sunt me. De vorsten zetelden ………